Beschrijving
In het pakket zijn ‘ballonwagenmotoren’ voorzien met een ‘uitlaat’ van 3mm, 6mm en 9mm diameter. Met welke ‚uitlaat’ al de ballonwagen het verst rijden? Met welke ‚uitlaat’ is er voldoende stuwkracht om de ballonwagen te laten rijden? Moet je aanpassingen doen aan je wagentje zodat het beter, makkelijker, sneller, verder, … rijdt?
Met het klaspakket kun je 10 groepjes leerlingen verschillende onderzoeken laten voeren, elk groepje heeft dan de 3 verschillende uitlaten ter beschikking.
De leerlingen onderzoeken of de hoogte van de schans invloed heeft op de afstand die het wagentje zal afleggen. Ze onderzoeken welke ballonmotor, welke wielen, … het meest geschikt zijn om een wagentje met één ballon zo ver mogelijk te laten rijden. In al deze opdrachten zitten kansen om als wetenschapper of ingenieur aan de slag te gaan. Doorloop met hen het wetenschappelijk proces en/of het technisch proces en oefen andere STEM-vaardigheden zoals samenwerken, observeren, analyseren, besluiten trekken, communiceren, presenteren, …
Zo komen de verschillende STEM-componenten aan bod:
S – Science – Wetenschap: je legt de link met o.a. de wetten van Newton.
T – Technology – Techniek: de leerlingen maken een technische realisatie: de ballonwagen.
E – Engineering – Ingenieurswerk: de leerlingen passen hun wagentje aan en verbeteren het.
M – Mathematics – Wiskunde: de leerlingen meten afgelegde afstand, wegen hun wagentje, brengen hun metingen in kaart en passen hun wagentje aan op basis van hun vaststellingen.